Veelgestelde vragen
Het belangrijkste is dat de woning een eigen slimme meter heeft.
Daarnaast zijn er enkele specifieke eisen voor het aansluiten van de display die verschillen per leverancier. Voor woningen en appartementen met blokverwarming kan de gasmeter niet afzonderlijk worden afgelezen, daarnaast kan stadsverwarming nog niet apart worden weergegeven op een display. Hierom is een display minder geschikt voor deze woningtypen. Momenteel wordt er wel aan oplossingen gewerkt voor deze typen woningen.
Veel consumenten kunnen zich van tevoren moeilijk voorstellen hoe een display hen energie laat besparen. Als zij er echter eenmaal een ontvangen zijn ze in de praktijk verrassend blij met het middel en de grip die het voorziet. Daarnaast toont onderzoek wel degelijk aan dat bewoners besparen door het inzicht, zelfs als zij dachten niet bespaard te hebben. Door het verspreiden van displays via huurdersorganisaties, woningcorporaties en gemeenten, verwachten wij een bredere doelgroep te bereiken om zoveel mogelijk mensen toegang te geven tot inzicht in hun energieverbruik.
Lees hier over de ervaringen van woningcorporaties en gemeenten met het project.
Momenteel zijn er twee fysieke energiedisplays op de Nederlandse markt. Als projectorganisatie stellen wij voorschriften van criteria waaraan een energiedisplay dient te voldoen willen wij deze uitdragen richting organisaties. Dit zijn o.a. voorwaarden op weergave vanuit gedragswetenschap en dataveiligheidsstandaarden. Wij produceren zelf dus geen displays.
Zie hier het actuele overzicht van de verschillende leveranciers.
Uit een toonaangevende PBL-studie (2021), maar ook uit verschillende buitenlandse onderzoeken, blijkt dat directe, permanente, duidelijke, aansprekende en interactieve terugkoppeling naar de consument het meeste effect heeft op energiebesparing. Een ‘in-home' of energiedisplay slaagt hierin het beste, beter dan apps, rapportages via een webportal of een informatieve rekening.
Het Planbureau voor de Leefomgeving zegt hierover: “De continue zichtbaarheid van de display in woonkamer of keuken met een aparte weergave voor het gas- en elektriciteitsverbruik speelt hierbij een belangrijke rol.” Daarbij betrekt een fysieke display het hele gezin, waar dit bij alleen een mobiele app meestal maar één persoon is. Idealiter zien we een combinatie van display + app, zodat je het beste van beide ‘werelden’ kan gebruiken om inzicht en bewustwording te vergroten.
De projectorganisatie, een samenwerking van de Woonbond, Aedes en Quintens, is gefinancierd door het ministerie van Binnenlandse Zaken voor de periode 2022-2023. Dit maakt dat wij geen financieel motief hebben om displays te verkopen en verdienen hier dan ook niets aan. Het Slimmer met je Energie team is een onafhankelijke verbinder van huurders, gemeenten, woningcorporaties, commerciële energiedisplay leveranciers en onderzoekers.
Lees hier meer over onze organisatie.
Een slimme thermostaat gebruik je hoofdzakelijk voor het beheren van de temperatuur in huis. Via een energiedisplay kun je niet de temperatuur beheren, wel de slimme meter 'uit de kast halen' en die data op een duidelijke en simpele manier weergegeven in de woonkamer. De meeste slimme thermostaten kunnen dat juist weer niet. Een uitzondering is bijvoorbeeld de Toon van Eneco, die ook actuele slimme meter data laat zien.
De Toon vereist wel dat men langdurig klant is bij Eneco of significant hogere initiële- en abonnementskosten van 275 euro + 54 euro per jaar.
Het energieverbruik van een energiedisplay is meegenomen in het ontwerp om zelf zo min mogelijk te verbruiken. Voor de bestaande marktpartijen bedraagt deze 0,5 Watt (vergelijkbaar met het verbruik van het kijken op je mobiel), ofwel 4.4 kWh op jaarbasis (mits de display continue aan staat). De displays gaan echter vanzelf 's nachts op stand-by tussen 23:00 en 7:00 waardoor het verbruik op jaarbasis lager uitvalt.
Om dit te vergelijken: een led-lamp is gemiddeld 6 Watt, verbruikt op jaarbasis 8,5 kWh bij vier branduren per dag.
Het energieverbruik van de dongel in de P1 poort van de slimme meter wordt niet opgeteld in je energieverbruik, en betaal je dus ook niet voor.
Andere energieverbruiksmanagers beweren besparingen tot wel 15-20%, maar deze claims zijn gebaseerd op onderzoeken die vaak niet voldoen aan de eisen van een RCT en waar andere invloeden moeilijk uit te sluiten zijn. Een RCT-onderzoek van PBL heeft aangetoond dat een energiedisplay kan leiden tot een gemiddelde besparing van 5% op energiekosten (2.2% voor elektriciteit en 6.9% voor gas), zonder het gecombineerde effect van bijvoorbeeld energiecoaching.
Voor verschillende energieverbruiksmanagers worden claims gedaan dat men d.m.v. hun instrument tot wel 15-20% op energiekosten kan besparen. Onderzoeken die dergelijke hoge claims ondersteunen zijn veelal gebaseerd op voor en na metingen zonder (representatieve) controlegroep en soms kleine onderzoeksgroepen. Met dit soort onderzoeken zijn andere invloeden moeilijk uit te sluiten evenals het aandeel van motivatie van mensen die vaak zelf bewust een energieverbruiksmanager hebben gekocht. Om een betrouwbare causale effectmeting op energieverbruik te meten is een Randomised Controlled Trial (RCT) nodig. Hierin worden deelnemers van het onderzoek willekeurig toegewezen aan ofwel een interventiegroep die de interventie ontvangt, of een controlegroep die de standaard behandeling of placebo ontvangt.
Veel studies voldoen niet aan de eisen van een RCT en daarom zijn de gevonden resultaten niet alléén het gevolg van het gebruik van de energieverbruiksmanager. Uit een RCT-onderzoek voor de energiedisplay uitgevoerd door PBL blijkt dat een energiedisplay kan leiden tot een gemiddelde besparing van 5% (2.2 voor elektriciteit en 6.9% voor gas) op energiekosten. Dit betreft de besparing zonder het gecombineerde effect van bijvoorbeeld energiecoaching.
Zie ook de kennisbank voor de wetenschappelijke onderbouwing van besparing op energieverbruik van verschillende energieverbruiksmanagers.
Hoewel de displays uitvoerig zijn getest in de praktijk, kan het natuurlijk voorkomen dat men iets niet begrijpt of iets niet werkt. In dit geval kunnen displays onder garantie worden vervangen. Ook kan er gebruik worden gemaakt van een helpdesk van de leverancier, die vragen over de display uit de hand kan nemen, of een retourverzending kan regelen in het geval van een kapotte display.
Op dit moment zijn er displays van twee leveranciers in omloop, waarbij we nog niet veel ervaringscijfers hebben van de meest recente. Voor beide leveranciers geldt dat je er ook voor kunt kiezen de helpdesk van de leverancier in te zetten voor vragen van bewoners. Sommige organisaties kiezen er ook bewust voor zelf eventuele vragen op te vangen, omdat ze juist graag het contact met de bewoner willen hebben en zo ook het gesprek kunnen aangaan.
Van een woningcorporatie die nu meer dan 1000 energiedisplays (Geo Trio II) heeft uitgezet, hebben we begrepen dat in de loop van de tijd 10-20 displays zijn verzameld die het niet doen en onder garantie naar de leverancier worden teruggestuurd. (Zorg overigens dat displays dan met alle onderdelen en netjes in de doos worden teruggezonden).
In het verleden zijn er wel eens problemen geweest met displays die in storing gingen, omdat er nog een update gedraaid moest worden. Als degene die de displays plaatst dat eenmaal weet, is het vervolgens goed gegaan.
Bij uitzondering komen er meldingen van vreemde hoge waarden die worden gemeten. Vermoedelijk komt dit door interferentie met andere apparatuur. Hier wordt op dit moment onderzoek naar gedaan.
Zowel gratis weggeven als in bruikleen geven zijn goede opties. In het geval van subsidiëring vanuit gemeenten wordt veelal gekozen voor gratis weggeven, bij financiering door woningcorporaties wordt ook wel gekozen voor bruikleen.
Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat er een verschil is in acceptatie tussen het gratis weggeven of in bruikleen geven aan bewoners.
Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat er een verschil is in acceptatie van de display door bewoners tussen het gratis weg te geven of in bruikleen te geven. Mogelijk kan het ondertekenen van een bruikleencontract een kleine drempel vormen voor bewoners, maar we hebben nog niet gehoord dat bewoners om deze reden de display niet accepteren.
In de praktijk hangt het vooral af van de organisatie die de displays te beschikking stelt en de financiering, hoe zij zich hierin willen opstellen. Wanneer de displays zijn gefinancierd uit gemeentelijke subsidies wordt deze vaak gratis weggegeven (vaak ook als onderdeel van een pakket van kleine maatregelen). Wanneer een woningcorporatie de displays ter beschikking stelt, wordt soms ook voor de bruikleenvariant gekozen. Dit hangt ook af van de verwachtingen die de woningcorporatie wil scheppen. Overwegingen hierbij zijn bijvoorbeeld: blijven zij verantwoordelijk dat de display het altijd blijft doen en gaan zij die bijvoorbeeld omruilen als die kapot gaat of blijft het een eenmalige actie?
Wij adviseren dat de display minimaal een jaar blijft staan in de woning voordat deze wordt doorgegeven, maar de voorkeur gaat uit naar dat de display permanent wordt achterlaten. Dit zodat mensen de gelegenheid krijgen alle (stook)seizoenen van het jaar een keer meegemaakt te hebben. Daarnaast omdat naast initiële bewustwording de display dan ook blijft fungeren als reminder voor blijvende energiebesparing.
Het onderzoek dat de besparing van gemiddeld 5% heeft aangetoond, heeft gemeten over een periode van ruim een jaar. Mogelijke afzwak effecten zijn hierin dus meegenomen. Na dit jaar bleek dat de meeste bewoners de display langer wilden houden, vooral omdat ze het ook prettig vonden grip te hebben op hun verbruik; te zien ‘of ze nog goed zaten’. Daarnaast leren gedragsinzichten ook dat iets dat ‘in het zicht’ is (anders dan bij een app), blijvende aandacht krijgt. De display fungeert vaak als reminder en wordt vaak ook opgenomen in gedragsroutines (bijvoorbeeld even controleren of het verbruik niet hoger is dan de basis als je naar bed gaat of het huis verlaat).
Op basis van bovenstaande redenen adviseren wij om de display permanent ter beschikking te stellen aan het huishouden. Er zijn organisaties die uit kosten overwegingen de display na een tijdje toch door willen geven aan de volgende bewoner. Wij adviseren in dat geval dat de display toch minimaal een jaar blijft staan in de woning om alle seizoenen van het jaar een keer meegemaakt te hebben. Denk overigens ook aan de organisatiekosten van het weer ophalen, resetten en bezorgen bij de volgende bewoner, wat voor sommige organisaties ook een praktische reden is om de energiedisplay toch te laten staan. Natuurlijk is het wel beter om displays die echt niet meer worden gebruikt door bewoners en in een lade zijn beland weer op te halen of in te laten leveren voor hergebruik.